Nieuwsbrief oktober 2020

VSV-Nee Nieuwsbrief

Beste lezer,

De regionale vsv-aanpak gaat door. We hebben in de regio hard gewerkt om een nieuwe agenda op te stellen. Dat blijft nodig, getuige de jongste cijfers van het CBS. Die laten zien dat het heel belangrijk is om jongeren aan een startkwalificatie te helpen. Jongeren zonder startkwalificatie hebben tien jaar na het verlaten van school namelijk minder vaak betaald werk dan jongeren die wel een startkwalificatie op zak hebben. Het binnenboord houden van jongeren op school in coronatijd is een uitdaging waar de onderwijssector mee te maken heeft. Zo zijn ook de tekorten aan stageplekken een uitdaging. Dit vraagt om creatieve en innovatieve oplossingen. Lees de verhalen in onze nieuwsbrief.

Groet en blijf gezond,

Gea Velt
RMC-coördinator

Louke Vianen
VSV-regisseur

Nieuwe vsv-agenda:
De regionale vsv-aanpak gaat door!

De regionale vsv-aanpak gaat de komende vier jaar weer door. De nieuwe vsv-agenda zet verder in op het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters. En voor die jongeren waar terugkeer naar school echt geen optie is, op doorstroom naar de arbeidsmarkt. “Gezamenlijk willen we voorkomen dat jongeren uit beeld raken”, zeggen RMC-coördinator Gea Velt en vsv-regisseur scholen Louke Vianen.

Alle gemeenten in Nederland doen mee met de vsv-aanpak in één van de 40 regio’s van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC). RMC-regio Haaglanden (regio 28) bestaat uit Delft, ’s-Gravenhage, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer. Den Haag is de contactgemeente voor de regio Haaglanden en het ROC Mondriaan de contactschool.

“Het mooie is dat we gezamenlijk optrekken in het terugdringen van het aantal jongeren dat school voortijdig verlaat. Deze samenwerking is wettelijk verankerd in de RMC-wet en sinds januari 2019 is hier de monitoringstaak van de jongeren vanuit het praktijk- en speciaal onderwijs in het voortgezet onderwijs en de studenten van de entree-opleiding van het mbo aan toegevoegd”, legt Gea uit.

Gelijke kans op een duurzame plek

De regionale doelstelling is dat alle jongeren een gelijke kans verdienen op een duurzame plek op de arbeidsmarkt en dat zij goed kunnen meekomen in onze samenleving. Het is daarom van belang dat zij het onderwijs verlaten met minimaal een startkwalificatie op mbo-niveau 2.

“We weten dat jongeren zonder startkwalificatie aanzienlijk meer moeite hebben om een duurzame plek op de arbeidsmarkt te vinden. En dat zij tenminste twee keer zo vaak een uitkering ontvangen als jongeren mét een startkwalificatie. Via de aanpak van ongeoorloofd schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten dragen we er daarom aan bij dat zoveel mogelijk jongeren wel die startkwalificatie halen. De afgelopen jaren hebben we daarin mooie resultaten behaald en successen geboekt”, zegt Louke.

Drie opgaven

De komende vsv-agenda zet in op het verder terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters. Er wordt in onze regio de komende vier jaar gewerkt aan drie opgaven: De verbinding tussen onderwijs en zorg, de verbinding tussen onderwijs en arbeidsmarkt en het versterken van de regionale verzuimaanpak. Lees daar meer over in de agenda.

Volgens Gea en Louke is het belangrijk dat elke jongere op de plek komt die voor hem of haar het meest passend is. “Belangrijk is dat we deze jongeren in beeld houden, waar nodig begeleiden bij hun overstap en nog even volgen om te kijken of zij hun plek gevonden hebben. We doen dit door de inzet van de afgelopen jaren te continueren, waarbij we voortdurend met elkaar in gesprek blijven of het nog steeds de juiste inzet is en/of deze bijgestuurd moet worden”, zegt Louke.

Jongeren hebben het zwaar

De nieuwe vsv-agenda is in een periode opgesteld, waarin het Covid-19 virus de wereld in zijn greep heeft. “Een periode waarvan we zien dat jongeren het sociaal-emotioneel en financieel zwaar hebben en er bij veel jongeren onzekerheid is over de effecten van Covid-19 op hun toekomst”, zegt Louke.

“Gelukkig staat er een solide regionale samenwerking en is er de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan over wat werkt en nodig is om jongeren op de rit te houden of weer te krijgen. Door een flexibele vsv-agenda op te stellen, kunnen we maatregelen om vsv tegen te gaan aanpassen als daar behoefte aan is. Dit helpt om uitdagingen waar we in deze onzekere periode voor kunnen komen te staan gezamenlijk effectief aan te pakken en te werken aan een nieuwe succesvolle vsv-agendaperiode”, besluit Gea.

Hoe komt de vsv-agenda tot stand?

Elke vier jaar maken de regio’s een regionaal programma ter voorkoming en bestrijding van voortijdig schoolverlaten van jongeren tussen 12 en 23 jaar. Deze agenda wordt opgesteld in de kerngroep vsv. Dit is het overleg waar alle partners van onderwijs (VO-samenwerkingsverbanden en mbo’s) en gemeenten vertegenwoordigd worden. Wethouders en onderwijsbestuurders geven hun akkoord en DUO verstrekt na akkoord de zogenaamde vsv-middelen voor een periode van vier jaar. Bij dit artikel ontvangt u de vsv-agenda 21-24 die onlangs is goedgekeurd.

VSV Agenda 2021-2024

 

CBS: minder kansen zonder startkwalificatie

Jongeren zonder startkwalificatie hebben tien jaar na het verlaten van school minder vaak betaald werk (70%) dan jongeren die wel een startkwalificatie op zak hebben (91%). Als zij wel werk hadden, was dit vaker in een flexibel dienstverband. Dat blijkt uit recent onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

In 2008 verlieten ruim 87.000 jongeren (onder 23 jaar) het onderwijs vanuit het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Bijna vier op de tien had geen startkwalificatie, dus geen diploma van mbo niveau 2 of hoger, of een havo- of vwo-diploma. Sinds 2008 is het aandeel mbo-uitstroom zonder startkwalificatie afgenomen tot 25 procent in 2016, in 2018 nam het weer iets toe.

Vrouwen vaker terug naar onderwijs

Het onderzoek laat zien dat mannen het mbo vaker zonder startkwalificatie verlieten dan vrouwen. Dat komt voor een deel doordat mannen vaker dan vrouwen een mbo-opleidingen volgden op het eerste niveau, de assistentenopleiding, en daarna uitstroomden. Een diploma van dit niveau geeft geen startkwalificatie.

Vrouwen keerden binnen tien jaar iets vaker (45 procent) dan mannen (42 procent) terug in het onderwijs nadat ze zonder startkwalificatie uitstroomden. Ook behaalden ze met 30 procent vaker dan mannen (23 procent) alsnog een startkwalificatie.

Geen startkwalificatie geen baan

Mbo-schoolverlaters die in 2008 geen startkwalificatie bezaten en deze tien jaar later nog steeds niet hadden behaald, hadden in 2018 met 70 procent minder vaak werk dan mbo’ers die in 2008 met startkwalificatie van school kwamen (91 procent werk).

Onder de vrouwelijke schoolverlaters is dit verschil groter dan onder de mannen. Vooral de vrouwen die het mbo zonder startkwalificatie hadden verlaten, bezaten minder vaak werk dan mannen. Van de vrouwen zonder startkwalificatie had tien jaar later iets meer dan 60 procent werk terwijl dat bij de mannen ongeveer 75 procent was.

Flexibel dienstverband

Opvallend is dat de mbo’ers die bij uitstroom een startkwalificatie bezaten, tien jaar later vaker (56 procent) een vast dienstverband hadden dan de mbo’ers die zonder startkwalificatie (40 procent) uitstroomden. De schoolverlaters die na tien jaar geen startkwalificatie bezaten, hadden vaker een flexibel dienstverband. Van degenen die tien jaar na het verlaten van school werk hadden, was iets meer dan 80 procent werknemer. Hierin verschillen de groepen met en zonder startkwalificatie nauwelijks.

Het hele onderzoek van CBS staat op CBS.nl

okt2
 

Actieplan SBB moet stagetekorten het hoofd te bieden

Het vinden van een stageplek of leerbaan in coronatijd is voor veel mbo-studenten heel erg lastig. Ook in Haaglanden en Zuid Holland Centraal. Het actieplan ‘SBB helpt’ van de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) moet de tekorten het hoofd bieden. We spraken erover met regionaal adviseur onderwijs arbeidsmarkt, Marjolein Brasser, en regiocoördinator Galliet Bakridi van SBB.

Het kabinet maakte 30 miljoen euro vrij voor voldoende stage- en werkplekken voor mbo-studenten. Samen met de onderwijsinstellingen ROC Mondriaan, mboRijnland en Lentiz zoekt SBB naar oplossingen voor de ontstane tekorten. Bij de uitwerking van het actieplan besteedt SBB in het bijzonder aandacht aan de situatie van jongeren met een kwetsbare positie. Het actieplan moet bijdragen aan het voorkomen van voortijdig schoolverlaten en de aanpak van jeugdwerkloosheid.

Wat houdt jullie actieplan precies in?

Marjolein Brasser: “Met het actieplan ‘SBB Helpt’ zorgen we samen met onderwijs en bedrijfsleven voor voldoende stages en leerbanen voor de duizenden mbo-studenten in de regio, en voor zij-instromers en herintreders. Dat doen we met twaalf acties. De eerste maanden legden we vooral nadruk op het behoud van bestaande stages en leerbanen. In het nieuwe schooljaar werven we ook gericht voor bepaalde opleidingen; dat doen we telefonisch. We maken deze nieuwe plekken zichtbaar op Stagemarkt.nl en Leerbanenmarkt.nl. Daarnaast stimuleren we innovatieve samenwerkingen in de regio en laten we goede voorbeelden en financiële mogelijkheden zien.”

Hoe groot is het tekort in Haaglanden en Zuid Holland Centraal eigenlijk?

“SBB laat op haar actiepagina zien waar nú actie nodig is. Het zijn dagkoersen. Lag het landelijk tekort op 1 september op ruim 20.700 stageplaatsen, op 1 oktober was het 19.310. De aantallen blijven volop in beweging. In september werden 5.000 tekorten opgelost, maar er werden ook alweer ruim 3.000 nieuwe tekorten gemeld omdat de volgende stageperiode in november begint. In regio Haaglanden is het aantal gemelde stagetekorten op 2 oktober 579, in Zuid Holland Centraal werden op 1 oktober 23 stagetekorten gemeld door Lentiz. Door de locatie Zoetermeer van mboRijnland zijn nog geen tekorten gemeld. Onze adviseurs volgen de situatie op de voet, zodat we weten waar tekorten zijn en gericht acties kunnen ondernemen”, zegt Marjolein.

Waar in onze regio zijn de grootste tekorten?

Galliet Bakridi: “Wat de sectoren betreft worden de grootste tekorten in Haaglanden gemeld bij de Entree opleidingen: 291 BOL- en 31 BBL-studenten zijn nog op zoek. Voor de sector Business Support zoeken nog 60 studenten een stageplaats. De sector Mobiliteit is hard geraakt door de coronacrisis: 61 BBL-studenten, waarvan 26 autotechnicus zoeken nog een leerbaan. Gelukkig heeft het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf (OOMT) leerambassadeurs ingezet om (aankomende) BBL-studenten te helpen die geen leerbaan kunnen vinden. In Zuid Holland Centraal zoeken 23 studenten een stageplaats als bedrijfsleider of medewerker Dierverzorging.”

Zijn er ook tekorten in kansrijke sectoren?

Galliet: “De oorzaken van de tekorten verschillen per sector. In 44% van de gevallen noemen mbo-scholen het coronavirus als oorzaak van het tekort. Maar in de zorg wordt de specifieke begeleiding van studenten vaker als knelpunt ervaren.” Marjolein Brasser: “De werkdruk onder zorgprofessionals is groot, daardoor komt de begeleiding van studenten soms onder druk te staan. Met alle partijen die betrokken zijn bij het opleiden van zorgprofessionals, ook partijen buiten SBB, moeten we kijken of er ook andere vormen van (digitale) begeleiding, in een veilig leerklimaat, mogelijk zijn.”

Is het alleen kommer en kwel of zijn er ook mooie voorbeelden te zien?

Galliet: “Er wordt volop gezocht naar creatieve oplossingen om de tekorten aan stages en leerbanen het hoofd te bieden. Dat gebeurt in samenwerking met de mbo-scholen en leerbedrijven. Denk daarbij aan het plaatsen van twee stagiairs op één plek of bij leerbedrijven waar studenten mogelijk niet hun hele, maar wel een deel van de stage kunnen doen. In de detailhandel zien we bijvoorbeeld al dat studenten uit de non-food sectoren, die hun stage of leerbaan verloren, vaak weer een nieuwe stage of leerbaan hebben kunnen vinden in de food-sector of een plaats hebben kunnen krijgen bij tuincentra en bouwmarkten. Ook de logistiek is creatief met het zoeken naar mogelijkheden om te leren in een andere context. Zo konden studenten die bij een logistiek bedrijf hun stage verloren, wel aan de slag bij de afdeling goederenafhandeling van een ziekenhuis. We noemden al het voorbeeld van het Opleidings & Ontwikkelingsfonds (O&O-fonds) wat leerambassadeurs inzet. Ook gemeenten en ministeries dragen bij aan het creëren en vinden van stageplaatsen binnen de gemeenten. Gelukkig kent Haaglanden relatief veel overheidsinstanties waar studenten terecht kunnen.”

Hoeveel zorgen maken jullie je? Is het hard werken jongeren binnenboord te houden als stages onzeker zijn?

Marjolein: “We maken ons vooral zorgen om de groep kwetsbare studenten, die dreigt af te haken bij online onderwijs en voor wie stage lopen dus erg belangrijk is. Daar kunnen ze laten zien wat ze beheersen en blijven ze gemotiveerd. Een mooi voorbeeld is het ‘BOL op de werkvloer’ traject voor entree-studenten van ROC Mondriaan. Ook zijn de verwachtingen van de Energie Academie hooggespannen. In de Energie Academie komen in samenwerking met gemeente Den Haag bedrijfsleven, onderwijs en kennisinstellingen binnen de sector Bouw Techniek /Energietransitie samen. Daarnaast werden in de zomer Haaglanden de eerste Praktijkverklaringen uitgereikt. De student gaat in de praktijk aan de slag met delen van een mbo-opleiding. Voor de vaardigheden die hij in de praktijk van het leerbedrijf opdoet ontvangt hij een praktijkverklaring. De praktijkverklaring is een onderdeel van het derde steunpakket, om werkzoekenden naar nieuw werk te begeleiden. Hierin werken de partners binnen het Werkgevers Servicepunt nauw samen met ROC Mondriaan en leerbedrijven in de regio.”

okt-3
okt-4

Galliet Bakridi: “Er wordt volop gezocht naar creatieve oplossingen om de tekorten aan stages en leerbanen het hoofd te bieden.”
okt-5

Marjolein Brasser: “Met het actieplan SBB Helpt zorgen we samen met onderwijs en bedrijfsleven voor voldoende stages en leerbanen voor de duizenden mbo-studenten in de regio, en voor zij-instromers en herintreders.”

 

Proeftuin zorgprofessional op mbo-locatie

‘Je kunt beter leren, als je zorgen je niet in de weg zitten’

Hoe kan het mbo en de hulpverlening aan jongeren die dat nodig hebben nog beter op elkaar aansluiten? Op mbo’s in Zoetermeer, het Westland en Den Haag worden pilots gehouden met een zorgprofessional op locatie. De ondersteuningsmedewerker kan zo nauw samenwerken met de schoolmaatschappelijk werker en de loopbaanbegeleider. Carla Kathmann over de proef bij MBO Westland.

MBO Westland is een locatie waar drie mbo-scholen samenwerken: Albeda, Lentiz en Mondriaan. Zij hebben de handen ineengeslagen om samen te komen tot stevig mbo-onderwijs in het Westland.

Wat houdt de aanpak in?

“De zorgcoördinatoren op MBO Westland hebben regelmatig overleg om de ondersteuning aan jongeren zo optimaal mogelijk op school in te richten en de samenwerking met de externe partners in de regio te versterken voor hulpverlening die niet op school kan worden geboden.”

Hoe ziet de proef er in de praktijk uit?

“In de proeftuin komt één ondersteuningsmedewerker voor 22 uur per week op locatie. Dit is 16 uur coaching vanuit VSV-middelen en 6 uur schoolmaatschappelijk werk van Albeda en Lentiz. Mondriaan heeft een eigen schoolmaatschappelijk werker. Het accent ligt bij de coaching op de studenten van het Albeda Startcollege (niveau 1). Dat zijn jongeren die geen diploma hebben gehaald op voorliggend onderwijs en altijd al wat meer ondersteuning nodig hadden. Dat was voor mij de aanleiding voor deze pilot. Overigens is het hebben van een diploma geen garantie dat studenten geen problemen hebben. Daarom is het schoolmaatschappelijk werk voor alle vier de niveaus van het mbo.”

Wat gaan jongeren merken van de aanpak?

“De jongeren krijgen een bekend gezicht van een ondersteuningsmedewerker die 22 uur per week op de locatie aanwezig is, daar goed thuis is en contacten heeft met de onderwijsteams op de school. De lijnen zijn kort en er kan makkelijk informatie worden uitgewisseld. Ook heeft de medewerker korte lijnen met de voorzieningen in de regiogemeenten en kan zij samen met de jongeren contact leggen wanneer externe hulpverlening nodig is. We kunnen de jongere op deze manier nog beter ondersteunen.”

okt-6

Carla Kathmann: “Ik verwacht dat de proeftuin een aantal jongeren kan stimuleren in hun loopbaan, richting een diploma.”

Hoe gaat het helpen om voortijdig schoolverlaten te voorkomen?

“Uit het onderzoek ‘Voortijdig schoolverlaten voorkomen’ weten wij hoe belangrijk het is dat jongeren zich centraal gesteld weten en zich positief gewaardeerd voelen. Regelmatig positief contact, ook terloops en kortdurend met een coach die de jongere kent, is een belangrijke factor. Daarnaast hebben sommige jongeren echt praktische hulp nodig als het gaat om huisvesting, met geld omgaan en problemen thuis. Een essentiële voorwaarde om gemotiveerd te zijn voor school en te leren is dat jongeren hun leven op orde hebben en goed in hun vel zitten. Ook moeten zij tijd en rust krijgen om te benoemen welke doelen zijzelf stellen. Daar kan een coach bij helpen.”

Wat verwacht je van de proef?

“Ik verwacht dat de proeftuin een aantal jongeren kan stimuleren in hun loopbaan, richting een diploma. En ik hoop dat de proeftuin een rol speelt in meer zicht krijgen op het belang van bekende gezichten en nabijheid van de coach op de onderwijslocaties zodat ook na de proeftuin van een half jaar deze werkwijze kan worden voortgezet. Ik ben er heel blij mee. Ik hoop dat de pilot zo succesvol is dat men zegt dat we dit kunnen voortzetten.”

Wanneer ben je succesvol?

“Dat is lastig. Het is coronatijd en wat ingewikkelder om de tevredenheid te meten. Aan de cijfers kun je voorlopig niets zien. Maar we kijken straks naar de tevredenheid van de studenten en de onderwijsteams. Als zij het prettig vinden en studenten voelen zich er goed bij, vinden wij het geslaagd.”

VSV heet ervoor gekozen de aansluiting tussen mbo en zorg te versterken. Dat gebeurt op mbo’s in Den Haag, Delft, het Westland en in Zoetermeer waar de proef begon.

okt-7

MBO Westland is een locatie waar drie mbo-scholen samenwerken: Albeda, Lentiz en Mondriaan. Zij hebben de handen ineengeslagen om samen te komen tot stevig mbo-onderwijs in het Westland.

 

‘Het leek onmogelijk deze studenten achter een beeldscherm te krijgen’

Stel je bent een jongere en bent om welke reden dan ook uitgevallen op school. Je volgt het onderwijs- en coachingprogramma zoals In-Gang die jou weer op de rit moet krijgen. En dan plots gaat in het voorjaar de school dicht vanwege het coronavirus. Hoe lastig moet het zijn om deze kwetsbare jongeren binnenboord te houden? Docent Rick Klaver en leerling Monica blikken terug.

Rick Klaver, docent en coach bij In-Gang:

Hoe is deze coronatijd?

“De lockdown in het voorjaar was lastig. Onze jongeren hebben vaak al extra ondersteuning nodig om naar school te komen. Om ze voor een computerscherm te krijgen, leek in eerste instantie dan ook onmogelijk. Mijn collega’s en ik zijn daarom in de lockdown-periode van de eerste golf veel bezig geweest met het persoonlijk onderhouden van contacten. Dat deden we vooral om de jongere niet uit het zicht te verliezen. Voor degenen die er behoefte aan hadden, gaven we opdrachten waarmee ze aan de slag konden. Uiteraard vaak gewoon Nederlands en rekenen, maar soms ook juist opdrachten die met beroepsoriëntatie te maken hadden.”

Wat gebeurde er na de strikte lockdown-periode?

“Vanwege de kwetsbaarheid van onze doelgroep konden we gelukkig weer aan de slag in ons schoolgebouw. Door alle maatregelen weliswaar met één hand op de rug, maar in de periode tot de zomervakantie hadden we gelukkig weer jongeren in huis. Het persoonlijke contact is voor hen van erg groot belang. Ook konden we in deze tijd de studenten helpen een plek te vinden bij een toekomstige opleiding. Dit was vanaf afstand vaak goed te doen. Het nieuwe schooljaar zijn we in september vol goede moed begonnen. Met de aanpassingen kunnen we redelijk uit de voeten. Helaas kunnen we niet het aantal jongeren begeleiden wat we gewend zijn. We mogen maximaal 8 studenten in de klas hebben, terwijl onze groepen altijd uit 18 jongeren bestaan. Voor de jongeren die niet direct in ons ‘normale’ programma zitten, zijn we ambulante klassen begonnen. Zodra er plek is in de klas stromen ze door.”

Wat gaat goed?

“De groepen en de programma’s die we op dit moment draaien, gaan hartstikke goed. Tijdens de lockdown hebben we de tijd gehad om het programma onder de loep te nemen en hier en daar wat aanpassingen te maken. Die worden enthousiast ontvangen door de studenten en hierdoor wordt het voor hen een logisch verhaal om hier te zijn. Doordat ze zelf besluiten dat het logisch is dat ze met dit programma meedoen, is er minder weerstand. Ook kunnen we met de 1,5 meter regel nog prima een keer in week een activiteit doen. Dat varieert van fietsen, boulderen tot schilderen. We doen dus redelijk ons gebruikelijke programma, alleen met minder studenten. Hierdoor hebben we nog meer tijd voor persoonlijke aandacht in de groepen.”

Wat is lastig?

“We werken met veel partners samen om voor onze studenten een goed programma te maken. Door Covid-19 is het soms iets lastiger om elkaar te vinden omdat we werk hebben waar het over het algemeen fijn is om gewoon even bij elkaar te komen, maar we doen wat nodig om er voor te zorgen dat iedereen veilig en virusvrij blijft. Dat is het voornaamste en dat snapt iedereen ook.”

Monica (16), leerling bij In-Gang

Monica was blijven zitten op de mavo en kon vanwege psychosociale omstandigheden weinig naar school. Ze pakte de draad op bij In-Gang.

Hoe heb je de coronatijd ervaren?

“Na een moeilijke tijd had ik mijn draai weer gevonden, nu bij In-Gang. Het was wennen om überhaupt weer naar school te gaan. Ik vond het heel prettig om weer in een klas te zitten met anderen. Ik was net een half jaar bezig toen de scholen dichtgingen. Dat was moeilijk. Ik miste het persoonlijke contact met klasgenoten en docenten en vond het lastig om ineens thuis met mezelf opgescheept te zijn. Ik merk dat ik veel motivatie haal uit de anderen door samen te zijn en door samen opdrachten te maken. Dat is heel fijn. Online is anders, zo veel onpersoonlijker. Zodra de les klaar is, sluit je af en klaar. Ik miste het nakletsen en het op school zijn. Toch haalde ik ook energie uit de online momenten. Beter dan niets. En de docenten hebben veel gebeld met ons. Dat was prettig. Ik was heel superblij dat het weer gedeeltelijk openging.”

En nu zijn we in de tweede golf beland.

“Ik ga met angst voor het virus naar school. Ik wil niet ziek worden. Maar ik ben heel dankbaar dat school open is. Als school weer gedeeltelijk moet sluiten, zou ik dat lastig vinden, maar ik weet u dat ik er de eerste keer ook doorheen ben gekomen. Ik weet nu wat me te wachten staat. En dat geeft me vertrouwen.”

Hoe zie je je toekomst?

“In januari begin ik met niveau 3. Ik wil graag kant op van de geestelijke gezondheid. Ik wil mijn ervaringen delen met anderen.”

okt-8

Bij In-Gang zitten jongeren van 16-27 jaar uit regio Haaglanden die vanwege psychosociale problemen en/of gedrag op school zijn uitgevallen. Ze zijn doorverwezen door leerplicht/vsv-ambtenaren en krijgen in een relatief kleine groep de kans om schoolvaardigheden te ontwikkelen.
Het traject kent vijf verschillende programma’s namelijk een VTE-programma (Voortraject Entree), VTM-programma (Voortraject MBO), VTV-programma (Voortraject VaVo (Einde van het schooljaar), Ambulantprogramma (Maatwerk) en Internationaal programma (Int-Gang). Na een positieve afsluiting van het programma stromen studenten door naar een opleiding, werk en/of hulpverlening.

 

Petra Kalee is programmamanager van Spirit4you. Spirit4you ondersteunt scholen en leerlingen met de overstap van vo naar mbo, onder andere met behulp van loopbaanoriëntatie. Door de coronamaatregelen ging de ondersteuning aan scholen en leerlingen noodgedwongen van off- naar online. Hoe ziet het werk er in coronatijd uit? Voor de VSV-NEE Nieuwsbrief schreef Petra onderstaande blog.

Blog: Noodgedwongen online

Spirit4you wil scholen en leerlingen zo goed mogelijk ondersteunen met het aanbod en activiteiten op het gebied van loopbaanoriëntatie en begeleiding van de overstap van vmbo naar mbo. In de maanden voor de zomervakantie zijn we noodgedwongen online gegaan en hebben we ruimschoots ervaring opgedaan met het online aanbieden van verschillende activiteiten, zoals decanenbijeenkomsten en verschillende webinars en workshops.

Online hoger aantal deelnemers

Interessant was het om te zien dat het aantal deelnemers vaak hoger was dan bij de fysieke bijeenkomsten. Het is voor mensen toch makkelijker om ergens in te loggen en mee te doen, dan helemaal af te reizen naar een specifieke locatie voor een bijeenkomst. Ook onze coaches werken gedeeltelijk online met leerlingen aan hun opleidingskeuze, al heeft het hier de voorkeur om de gesprekken live te doen. En omdat het 1-op-1 gesprekken zijn, gebeurt dit ook en is het ook corona-verantwoord.

Enige hoop elkaar te treffen

De zomervakantie brak aan en er was enige hoop dat we ná de zomervakantie elkaar misschien weer wat meer zouden kunnen treffen. Het begon met de eerste decanenbijeenkomst op 10 september. Het World Forum had een mooie, grote zaal beschikbaar waarin we op een verantwoorde manier bij elkaar konden komen. Helaas heb ik dit moeten afblazen. De groep was met ongeveer 50 mensen te groot. Deze bijeenkomst hebben we vervolgens in Teams gedaan, wat een prima manier is om informatie uit te wisselen. Het ging met name over de Nieuwe Leerweg, waarover de projectleider van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen een toelichting gaf en vragen beantwoordde. De interactie via Teams is niet ideaal, maar het is een mooi alternatief om toch verder te komen met elkaar.

We gaan online verder

We gaan zolang het nodig is online verder. En er staat weer het nodige op de planning: op 29 oktober is de VOROC-informatiemiddag, op 5 november bieden we verschillende workshops aan over de arbeidsmarkt (in samenwerking met de gemeente Den Haag, ROC Mondriaan, de bedrijfsvakopleidingen en Jinc), op 12 november is er een bijeenkomst van het decanennetwerk, op 19 november de professionaliseringsmiddag met medewerking van onder andere de NVS-NVL en Kennisnet, en op 26 november sluiten we de maand af met good practices over LOB. Op www.spirit4you.nl kun je je hiervoor aanmelden.

Student Skills Team

Ook zijn we zijn van start met ons Student Skills Team! Het team bestaat uit studenten van de opleiding HRM van de Haagse Hogeschool, met een mbo-achtergrond, die aan de slag gaan met vmbo-leerlingen die de overstap naar het mbo gaan maken. De studenten kunnen ook op ouderavonden ingezet worden om ouders te informeren en mee te nemen in de wereld van het mbo. We hebben verschillende activiteiten waarvoor de studenten ingezet kunnen worden. Wil je je school hiervoor aanmelden? Dat kan hier.

Voorlopig online!

Ook al is het anders om online bijeenkomsten te organiseren dan fysieke, ik ben blij dat we dankzij de technieken door kunnen met ons programma. We hebben de smaak te pakken en gaan er de komende tijd met positieve energie mee door. Hopelijk tot ziens!

Petra Kalee

Wil je contact met Spirit4you? Neem gerust contact met mij op! Petra Kalee: p.kalee@spirit4you.nl Wil je op de hoogte blijven van het aanbod en wat wij organiseren? Meld je aan voor de nieuwsbrief.

okt-9

Online event Bekijkjetoekomst in het hbo
28 deelnemende scholen, ruim 2.600 havisten en mbo-studenten, bijna 200 genodigden, grote interesse voor alle filmpjes en informatie over de hbo-sectoren en bij elkaar meer dan 7.500 vragen en antwoorden in de chatrooms, waar veel informatie werd uitgewisseld tussen bezoekers en hbo-studenten.


Deze studenten waren de rolmodellen op 6 oktober, zij verzorgden op fantastische manier alle informatie in ons online event. Een online festivalterrein met diverse ‘tenten’ waarbij de leerling ook inzicht kreeg in kwaliteiten en interesses en wegwijs wordt gemaakt in het hbo. Vanuit het land krijgt Spirit4you veel reacties over hoe we dit groots en online hebben opgezet, nog niet eerder is dat gebeurd. Het was een uniek event. We kijken dan ook met plezier en ook een beetje trots terug op het event Bekijkjetoekomst in het hbo, waar de hogescholen in de regio zich samen sterk voor maakten en Spirit4you het gehele proces mocht ondersteunen.

okt-10
 

Colofon

Tekst en eindredactie: Gea Velt en Merijn van Grieken/ Van Grieken Tekst
Beeld: Eigen foto’s Pixabay
Vormgeving: Qabana
Wilt u zich afmelden voor de nieuwsbrief, klik hier.